Wijziging bijtelling privégebruik auto bij meerdere auto’s

Vanaf 1 januari 2021 zou een wijziging doorgevoerd worden met betrekking tot de bijtelling privégebruik auto. Deze wijziging heeft betrekking op de bijtelling bij auto van de zaak bij gebruik van meerdere auto’s. De Belastingdienst heeft de nieuwe regel uitgesteld tot 1 januari 2022. Let op, dit is dus uitstel maar geen afstel.

Bij het privégebruik van een auto van de zaak vindt er een bijtelling plaats op het salaris van de medewerker of op de winst van de onderneming. In dit bericht wordt de situatie van de werknemer (ook de directeur grootaandeelhouder) besproken.

Als een werknemer gebruik kan maken van meerdere auto’s van de zaak, dan moet in beginsel voor iedere auto de volledige bijtelling worden toegepast. De bijtelling privégebruik auto wordt toegepast voor elke auto waarmee de werknemer op jaarbasis meer dan 500 privékilometers rijdt. Als de werknemer met geen enkele auto op jaarbasis meer dan 500 privékilometers rijdt, dan hoeft er geen bijtelling plaats te vinden.

De Belastingdienst is met betrekking tot het gebruik van meerdere auto’s de werknemer tegemoet gekomen. Als een medewerker alleenstaand is, of als de medewerker de enige persoon is binnen zijn huishouding met een rijbewijs, dan hoeft er maar voor één auto een bijtelling plaats te vinden. Is er sprake van twee rijbewijzen, dan moet er een bijtelling worden berekend voor twee auto’s.

De bijtelling wordt gebaseerd op de auto(‘s) met de hoogste cataloguswaarde. In het geval van een zogenaamde young- of oldtimer kan dit voordelig uitpakken. Auto’s die tussen de 15 en 25 jaar oud zijn worden youngtimers genoemd. De bijtelling voor youngtimers wijkt af van de gebruikelijke bijtelling. De bijtelling voor youngtimers bedraagt 35% over de actuele waarde (dagwaarde). Er wordt dus geen bijtelling berekend over de oorspronkelijke cataloguswaarde (nieuwwaarde).

Vanaf 2021 moet de bijtelling privégebruik auto bij meerdere auto’s worden berekend over de auto’s met de hoogste bijtelling in plaats van de hoogste cataloguswaarde. Het bijtellingsvoordeel voor een young- of oldtimer bestaat hierdoor niet meer. Zoals hierboven aangegeven is de regel uitgesteld tot 1 januari 2022. Hieronder is in een voorbeeld de wijziging weergegeven.

Voorbeeld

Een werknemer met één rijbewijs binnen het gezin maakt gebruik van een auto van de zaak, een youngtimer met een cataloguswaarde van € 100.000 en een actuele waarde van € 5.000. Daarnaast kan hij gebruik maken van een personenauto met een cataloguswaarde van € 75.000. Beide auto’s worden privé gebruikt. In de oude regeling mag de bijtelling worden gebaseerd op de hoogste cataloguswaarde. In dat geval bedraagt de bijtelling slechts 35% van € 5.000. Volgens de nieuwe regeling bedraagt de bijtelling 22% van € 75.000.

Als er sprake is van meerdere auto’s van de zaak waarmee privé wordt gereden, ga dan na of je dit jaar nog actie moet ondernemen.